ECLI:NL:RBDHA:2023:488

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
20 januari 2023
Zaaknummer
C/09/602161 / HA ZA 20-1079
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over verpande vordering en verrekening tegenvorderingen in het kader van activaovereenkomst

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft Alfa Commercial Finance B.V. (hierna: Alfa) een vordering ingesteld tegen CC-Group B.V. (hierna: CC-Group) met betrekking tot een verpande vordering uit hoofde van een activaovereenkomst. Alfa heeft een vordering van € 700.000 op CC-Group, die voortvloeit uit de activaovereenkomst tussen CC-Group en de zustermaatschappijen 2Trust B.V. en Dari Financial Services B.V. CC-Group heeft echter betoogd dat zij de vordering heeft verrekend met diverse tegenvorderingen, waardoor de verpande vordering op nihil zou zijn gesteld. De rechtbank heeft in haar vonnis van 18 januari 2023 geoordeeld dat CC-Group zich met succes kan beroepen op verrekening, waardoor de vordering van Alfa wordt afgewezen.

De rechtbank heeft eerst de feiten en de juridische context van de activaovereenkomst besproken, waarin is vastgelegd dat CC-Group een bedrag van € 700.000 verschuldigd is aan Alfa. Vervolgens heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen beoordeeld. CC-Group heeft aangevoerd dat zij een aantal tegenvorderingen heeft, waaronder een NOW-vordering en achterstallige pensioenverplichtingen, die zij heeft verrekend met de vordering van Alfa. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze tegenvorderingen voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding als de verpande vordering, waardoor de verrekening rechtsgeldig is.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat de verpande vordering van Alfa door de verrekening volledig teniet is gegaan, en heeft zij de vorderingen van Alfa afgewezen. Tevens is Alfa veroordeeld in de proceskosten van CC-Group, die zijn begroot op € 12.166, inclusief wettelijke rente. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.C. Hartendorp op 18 januari 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/602161 / HA ZA 20-1079
Vonnis van 18 januari 2023
in de zaak van
ALFA COMMERCIAL FINANCE B.V.te Alphen aan de Rijn,
eiseres,
advocaat: mr. S.A. Kruijt te Utrecht,
tegen
CC-GROUP B.V.te Rijswijk,
gedaagde,
advocaat mr. A.S. Douma te Den Haag.
Partijen zullen hierna Alfa en CC-Group genoemd worden.

1.Inleiding: waar gaat deze zaak over?

1.1.
Alfa heeft een vordering van ruim € 400.000 op Dari Financial Services B.V. (hierna: Dari), 2Trust B.V. (hierna: 2Trust), GARR B.V. (hierna: GARR), Don Edoardo B.V. (hierna: Don Edoardo) en Salutaris B.V. (hierna: Salutaris). Tevens heeft zij vorderingen van € 100.000 op respectievelijk de heer [naam 1] (hierna: [naam 1]) en de heer [naam 2] (hierna: [naam 2]). Deze zeven gedaagden, waartegen reeds een deelvonnis gewezen is en die thans niet meer in deze procedure zijn betrokken, zullen hierna tezamen 2Trust c.s. worden genoemd. Omdat 2Trust c.s. onvoldoende verhaal biedt, wil Alfa zich verhalen op de aan haar verpande vordering van 2Trust en Dari op CC-Group uit hoofde van een door hen gesloten activaovereenkomst. CC-Group stelt – kort samengevat – dat zij de vordering van 2Trust en Dari uit hoofde van de activaovereenkomst deels heeft voldaan en dat zij de resterende vordering heeft verrekend met diverse tegenvorderingen op 2Trust en Dari. Alfa betwist dat CC-Group daartoe gerechtigd is en stelt dat CC-Group hetgeen zij nog verschuldigd is aan 2Trust en Dari aan haar moet voldoen.
1.2.
Het vonnis is als volgt opgebouwd. De rechtbank bespreekt eerst wat er aan dit vonnis vooraf is gegaan en welke stukken door partijen zijn ingediend. Vervolgens worden de feiten die in deze zaak van belang zijn opgesomd. Daarna volgt een samenvatting van de vorderingen die Alfa tegen CC-Group heeft ingesteld en de juridische argumenten die zij daarvoor gebruikt. Daarna volgt een beoordeling van die argumenten en van de vorderingen. Het vonnis wordt afgesloten met de beslissingen op de vorderingen. De rechtbank zal concluderen dat CC-Group de resterende koopsom uit hoofde van de activaovereenkomst heeft mogen verrekenen met diverse tegenvorderingen, waardoor de verpande vordering op nihil gesteld moet worden en de vordering van Alfa moet worden afgewezen.
2. De procedure
2.1.
Bij mondeling (deel)vonnis van 27 januari 2022 heeft de rechtbank:
  • Dari, 2Trust, GARR, Don Edoardo en Salutaris hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan Alfa van (a) een bedrag van € 405.922,13, te vermeerderen met de wettelijke rente, en (b) een bedrag van € 5.103,85 aan buitengerechtelijke incassokosten;
  • [naam 1] uit hoofde van de door hem afgegeven overeenkomst van borgtocht veroordeeld tot betaling aan Alfa van (a) een bedrag van € 100.000, te vermeerderen met de wettelijke rente, en (b) een bedrag van € 1.775 aan buitengerechtelijke incassokosten;
  • [naam 2] uit hoofde van een door hem afgegeven overeenkomst van borgtocht veroordeeld tot betaling aan Alfa van (a) een bedrag van € 100.000, te vermeerderen met de wettelijke rente, en (b) een bedrag van € 1.775 aan buitengerechtelijke incassokosten;
  • 2Trust c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de proceskosten en de beslagkosten, aan de kant van Alfa begroot op € 23.936,88;
  • het meer of anders gevorderde tegen voornoemde gedaagden afgewezen.
2.2.
Verder is in een afzonderlijk proces-verbaal van 27 januari 2022 ten aanzien van de door Alfa ingestelde vordering tegen CC-Group bepaald dat schriftelijk wordt verder geprocedeerd (door middel van een akte en antwoordakte) en dat iedere verdere beslissing ten aanzien van de vordering van Alfa tegen CC-Group wordt aangehouden.
2.3.
Vervolgens zijn de volgende stukken ingekomen:
  • een akte van de zijde van Alfa;
  • een antwoordakte van de zijde van CC-Group met producties 19-26;
  • een nadere akte van de zijde van Alfa.
2.4.
Ten slotte is een nadere datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Alfa is een factoringmaatschappij. Dari en 2Trust hebben op 30 maart 2018 elk afzonderlijk een factoringovereenkomst met Alfa gesloten. Op 30 november 2019 hebben onder andere 2Trust, Dari, GARR, Don Edoardo, Salutaris, [naam 1] en [naam 2] een nadere overeenkomst gesloten met Alfa. Uit hoofde van de hierboven genoemde overeenkomsten zijn Dari, 2Trust, GARR, Don Edoardo en Salutaris bij mondeling vonnis van 27 januari 2022 hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan Alfa van € 405.922,14 te vermeerderen met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
Dari en 2Trust zijn zustermaatschappijen die een onderneming exploiteren die zich bezighoudt met financiële dienstverlening, waaronder detachering van financieel specialisten. Hun onderneming bestaat uit meerdere entiteiten, waarvan de structuur is weergegeven in de afbeelding op de volgende pagina.
3.3.
CC-Group is een onderneming die zich bezig houdt met detachering van ICT-deskundigen. Op enig moment wilde zij haar dienstverlening uitbreiden naar de financiële sector en is zij in contact gekomen met 2Trust en Dari.
3.4.
Bij overeenkomst van koop, verkoop en overdracht van activiteiten van 24 december 2019 (ondertekend op 31 december 2020, hierna: de activaovereenkomst) tussen 2Trust en Dari als verkopers enerzijds en CC-Group als koper anderzijds is overeengekomen dat Dari en 2Trust hun activa overdragen aan CC-Group tegen betaling van € 700.000 waarvan een bedrag van € 200.000 reeds was voldaan en het restant van € 500.000 uiterlijk voor 1 juli 2020 zou worden voldaan op de bankrekeningen van de verkopers.
In artikel 6.2 van de activaovereenkomst is het volgende opgenomen:
“Verkopers garanderen aan Koper dat de hieronder opgenomen verklaringen op de dag van
ondertekening van deze Overeenkomst juist en/ of volledig zijn (hierna: de ‘Garanties’):
a. De jaarverslagen en resultatenrekening(en) als bedoeld in artikel 2.1 geven een juist en
getrouw beeld geven van de financiële toestand van de Vennootschap per respectievelijk
ultimo 2017, 2018 en t/m Q3 2019; deze zijn opgesteld conform de
waarderingsgrondslagen en -methoden van de voorgaande jaarrekeningen van de
respectieve ondernemingen, waarbij posten op gelijke wijze, qua waardering en
presentatie, worden behandeld, zodat sprake is van een bestendige gedragslijn;
De ondernemingen hebben geen andere belastingschulden of latente belastingschulden
dan die welke blijken uit de jaarverslagen; fiscale aangiften zijn te altijd volledig, juist en
tijdig gedaan; er is geen sprake van enig dispuut omtrent gedane aangiften;
Op geen der Activa rust enig pandrecht of ander zekerheidsrecht, of enig ander beperkt
recht; er bestaan geen rechten tot verkrijging van zodanige rechten en er is geen beslag
op één of meer der Activa gelegd;
Er bestaan geen opties of andere rechten krachtens welke derden aanspraak kunnen
maken op levering van één of meer der Activa, uit welken hoofde dan ook;
Als Bijlage 2 is een overzicht aangehecht van de werknemers die per Leveringsdatum
werkzaam zijn voor de ondernemingen, met daarop per persoon hun functie,
geboortedatum, datum van aanvang van de werkzaamheden, eventuele einddatum van
de overeenkomst, salaris en emolumenten. Bijlage 2 geeft een juist en volledig beeld van
de arbeidsvoorwaarden van de medewerkers;
Alle verplichtingen jegens werknemers zijn tot aan de Leveringsdatum nagekomen;
Er zijn geen lopende procedures tot beëindiging van één of meer
arbeidsovereenkomsten, noch bestaat er naar beste weten van Verkopers enig
voornemen daartoe. Verkopers zijn naar beste weten niet aansprakelijk voor enige
schadevergoeding of loondoorbetaling wegens (de wijze van) beëindiging van één of
meer arbeidsovereenkomsten;
De verplichtingen jegens werknemers terzake van pensioenen zijn gedekt en terzake
van deze pensioenverplichtingen bestaan geen (latente) schulden terzake van premies
of andere (al dan niet back-service) verplichtingen:
i. Alle handelsmerken (woord- en beeldmerken), handelsnamen, domeinnamen,
gedeponeerde modellen, knowhow en procedés die die als onderdeel van de Activa
worden overgedragen, zijn correct geregistreerd; er bestaan geen achterstanden in
registratiefees:
Verkopers hebben geen (sub)licentierechten verstrekt aan enige derde, noch hebben zij
hiertoe toezeggingen gedaan.
Verkopers zijn er niet mee bekend dat gebruik van de Activa op enige wijze inbreuk
maakt op intellectuele en industriële rechten van derden.”
In artikel 6.5 van de activaovereenkomst is het volgende opgenomen:
“Indien de met de onderneming c.q. overgenomen activa daadwerkelijk gerealiseerde netto
winstcijfers over 2020 (‘netto resultaat’) meer dan 10% doch minder dan 20% lager uitvallen
dan de als bijlage 6 aangehechte prognose daarvan, dan dienen Verkopers een bedrag ad
€ 100.000,00 (zegge: honderdduizend euro) binnen [TERMIJN] te restitueren aan Kopers. Indien
de daadwerkelijk gerealiseerde netto winstcijfers over 2020 (‘netto resultaat’) meer dan 20 %
lager uitvallen dan de als bijlage 6 aangehechte prognose, dan dienen Verkopers een bedrag
ad € 200.000,00 (zegge: tweehonderdduizend euro) binnen [TERMIJN] te restitueren aan
Kopers. Voor zover er nog een deel van de Koopsom verschuldigd is, dan kan dit deel worden
verrekend met de eventuele restitutieverplichting(en) uit hoofde van dit artikel.”
3.5.
In de nadere overeenkomst met Alfa van 30 november 2019 hebben 2Trust en Dari op bovenstaande – dan nog toekomstige – vordering op CC-Group tot betaling van de koopprijs uit hoofde van de activaovereenkomst een eerste stil pandrecht gevestigd ten gunste van Alfa. De overeenkomst van 30 november 2019 is op 8 januari 2020 geregistreerd bij de belastingdienst. Bij brief van 4 februari 2020 heeft Alfa haar stille pandrecht op de vordering aan CC-Group medegedeeld. Per e-mailbericht van 19 februari 2020 heeft de heer [naam 3], bestuurder van CC-Group, de ontvangst van de mededeling van het pandrecht bevestigd, waarmee het stil pandrecht op die datum is omgezet in een openbaar pandrecht.
3.6.
Op 10 maart 2020 is tegen een koopsom van € 1,00 40 procent van de aandelen in CC-Participaties B.V. (hierna: CC-Participaties) geleverd aan GARR. De overige aandelen in CC-Participaties zijn aan CC-Group geleverd. [naam 2] is vervolgens benoemd als bestuurder van CC-Participaties.
3.7.
Bij koop-verkoop aandelen & uittredingsovereenkomst van 16 april 2021 (hierna: de aandelenovereenkomst) zijn CC-Group enerzijds en GARR anderzijds overeengekomen dat GARR de door haar gehouden aandelen in CC-Participaties overdraagt aan CC-Group voor een koopsom van € 250.000 en dat [naam 2] aftreedt als bestuurder van CC-Participaties. Verder is in artikel 4 van deze overeenkomst opgenomen dat CC-Group de koopsom renteloos verschuldigd blijft en dat de schuld als volgt zal worden voldaan:
“2. CC-Group heeft per heden een vordering op 2Trust/Dari ter hoogte van in totaal € 620.000, hierna: de vorderingen gezamenlijk de “
Vorderingen”.
3. De schulden uit hoofde van de Vorderingen zullen tegen nominale waarde worden overgenomen door GARR, als gevolg waarvan CC-Group een vordering zal verkrijgen op GARR voor een bedrag van € 620.000, welke vervolgens zal worden verrekend met de Koopsom.
4. Tevens zal een eindafrekening plaatsvinden van de openstaande saldi in rekening-courant tussen CC-Group en 2Trust/Dari dan wel GARR en wel op 1 juni 2021.
5. Ter bepaling van de hoogte van de vorderingen die CC-Group heeft op GARR en 2Trust/Dari zal de administratie van CC-Group leidend zijn.”
En in artikel 8.2 van de aandelenovereenkomst is het volgende opgenomen:
“De pensioenschuld die 2Trust/Dari hebben over de jaren 2013 en 2014 van in totaal € 126.000 zal door CC-Group worden betaald. GARR zal de hieruit voortvloeiende schuld van 2Trust/Dari overnemen tegen nominale waarde, als gevolg waarvan CC-Group een vordering zal verkrijgen op GARR.”

4.Het geschil

4.1.
Alfa vordert ten aanzien van CC-Group bij vonnis en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • primair: CC-Group op de voet van artikel 3:246 lid 1 BW te veroordelen tot nakoming van haar verplichting tot betaling van de koopsom van € 700.000,-- aan Alfa als openbaar pandhouder, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • subsidiair en slechts voor het geval de eerste tranche van € 200.000 bevrijdend betaald zou zijn: CC-Group op de voet van artikel 3:246 lid 1 BW te veroordelen tot nakoming van de verplichting tot betaling van de koopsom van € 500.000,-- aan Alfa als openbaar pandhouder, te vermeerderen met de wettelijke rente;
  • CC-Group te veroordelen in de proceskosten waaronder ook de beslagkosten.
4.2.
CC-Group voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank zal de vorderingen van Alfa ten aanzien van CC-Group afwijzen. Hierna wordt uitgelegd hoe de rechtbank tot deze beslissing is gekomen.
Wat is de omvang van het pandrecht van Alfa?
5.2.
Op grond van het bepaalde in artikel 3:244 BW strekt een pandrecht tot zekerheid van een of meer bepaalde vorderingen tevens tot zekerheid voor drie jaren rente die over deze vorderingen krachtens overeenkomst of wet verschuldigd is.
5.3.
Uit artikel 2.1 van de overeenkomst van 30 november 2019 blijkt dat het ten gunste van Alfa gevestigde pandrecht strekt tot zekerheid voor alle bestaande en toekomstige verplichtingen van 2Trust en Dari uit hoofde van de factoringovereenkomsten van 30 maart 2018.
5.4.
Bij mondeling vonnis zijn deze verplichtingen van 2Trust en Dari becijferd op € 405.922,14 te vermeerderen met wettelijke rente te rekenen vanaf 29 juni 2020 tot aan de dag van volledige betaling.
5.5.
Op grond van het gevestigde pandrecht kan Alfa daarom maximaal het bedrag van
€ 405.922,14, te vermeerderen met drie jaar rente over deze vordering, van CC-Group vorderen.
Welke vordering is verpand?
5.6.
Vervolgens verschillen partijen van mening over de vraag welke vordering is verpand. Volgens Alfa is er een vordering tot betaling van een koopprijs van € 700.000,-- verpand. De activaovereenkomst vermeldt weliswaar dat een gedeelte van de koopprijs van € 200.000,-- reeds is betaald, maar Alfa stelt zich op het standpunt dat deze betaling niet als bevrijdend kan worden aangemerkt omdat de betaling niet aan de verkopers 2Trust en Dari is gedaan, maar aan Don Edoardo zonder dat blijkt dat hiervoor door 2Trust en Dari toestemming is verleend.
5.7.
CC-Group heeft naar voren gebracht dat uit de bewoordingen van de nadere overeenkomst van 30 november 2019 blijkt dat de toekomstige vordering tot betaling van de koopsom wordt verpand en dat er op dat moment ook nog geen concreet pandrecht ontstond. De vordering is vervolgens pas ontstaan op 31 december 2019. De omvang van deze vordering tot betaling van de koopsom wordt bepaald in de relatie tussen CC-Group als koper enerzijds en 2Trust en Dari als verkopers anderzijds. Uit artikel 2.2 van de activaovereenkomst blijkt dat de vordering die op 31 december 2019 ontstond een vordering betreft tot betaling van een resterend deel van de koopsom van € 500.000, aldus CC-Group.
5.8.
De rechtbank volgt CC-Group in haar stelling. De partijen bij de activa-overeenkomst zijn op 31 december 2019 overeengekomen dat er nog een bedrag van € 500.000 moest worden betaald. Derhalve is alleen de vordering van € 500.000 verpand aan Alfa. Dat CC-Group de eerste tranche van de koopsom aan Don Edoardo heeft betaald, maakt dit niet anders. Getuige de inhoud van de activa-overeenkomst hebben 2Trust en Dari met deze wijze van betaling ingestemd. De rechtbank komt dus tot de conclusie dat er een vordering van
€ 500.000is verpand aan Alfa.
Betaling van 6 februari 2020
5.9.
Bij brief van 4 februari 2020 heeft Alfa haar stille pandrecht op de vordering aan CC-Group medegedeeld. Per e-mailbericht van 19 februari 2020 heeft de heer [naam 3], bestuurder van CC-Group, de ontvangst van de mededeling van het pandrecht bevestigd, waarmee het stil pandrecht op die datum is omgezet in een openbaar pandrecht. Vanaf dat moment is Alfa exclusief inningsbevoegd ter zake het resterende gedeelte van de koopsom.
5.10.
CC-Group stelt dat zij op 6 februari 2020, en dus voordat Alfa exclusief inningsbevoegd werd ter zake van de koopsom, nog een betaling heeft gedaan van € 25.000 die in mindering strekt op de koopsom. Alfa meent dat deze betaling niet als bevrijdend kan worden aangemerkt, omdat de betaling is gericht aan Don Edoardo terwijl de koopsom uit hoofde van de activaovereenkomst moet toekomen aan Dari en 2Trust. Volgens Alfa ontbreekt het bewijs dat 2Trust en Dari hebben ingestemd met betaling aan Don Edoardo.
5.11.
Blijkens het door CC-Group overgelegde transactieoverzicht is de betreffende betaling op 6 februari 2020 gedaan aan Don Edoardo met de volgende omschrijving “Volgens afspraak en e-mail vrijdag 29112019 deel 5”. De betalingen die CC-Group voorafgaand aan het sluiten van de activaovereenkomst heeft verricht zijn eveneens zijn gedaan aan Don Edoardo en wel met op de volgende wijze:
  • een betaling van € 60.000 op 29 november 2019 met de omschrijving: “Volgens afspraak en e-mail vrijdag 29112019”;
  • een betaling van € 40.000 op 13 december 2019 met de omschrijving: “Volgens afspraak en e-mail vrijdag 29112019 deel 2”;
  • een betaling van € 50.000 op 24 december 2019 met de omschrijving: “Volgens afspraak en e-mail vrijdag 29112019 deel 3”;
  • een betaling van € 50.000 op 30 december 2019 met de omschrijving: “Volgens afspraak en e-mail vrijdag 29112019 deel 4”.
5.12.
Nu Dari en 2Trust getuige de inhoud van de activaovereenkomst voor wat betreft de eerste vier betalingen hebben kunnen instemmen met betaling aan Don Edoardo en CC-Group bij de betaling op 6 februari 2020 naar dezelfde afspraak heeft verwezen als bij de eerste vier betalingen, acht de rechtbank de instemming van Dari en 2Trust hiermee genoegzaam aangetoond. Dit betekent dat de betaling van € 25.000 in mindering strekt op de koopsom zodat er op het moment van de openbaarmaking van het pandrecht nog een vordering resteerde van
€ 475.000.
Wat is er na vestiging van het openbaar pandrecht rechtsgeldig verrekend?
5.13.
CC-Group beroept zich erop dat Alfa niets meer van haar te vorderen heeft omdat zij diverse tegenvorderingen heeft kunnen verrekenen met de vordering tot betaling van de koopsom, te weten:
  • verlaging van het RC-saldo met een bedrag van € 200.000 door verrekening met de koopsom;
  • achterstallige pensioenverplichtingen van € 126.000 en € 59.080;
  • een NOW-vordering van € 143.185;
  • een restitutievordering op grond van artikel 6.5 van de activaovereenkomst van € 200.000.
5.14.
Ingevolge het bepaalde in artikel 6:130 lid 2 BW is een schuldenaar – in dit geval CC-Group – bevoegd om ondanks van verpanding van een vordering een tegenvordering op de oorspronkelijke schuldeiser – in dit geval 2Trust en Dari – te verrekenen met de vordering, mits deze tegenvordering uit dezelfde rechtsverhouding als de verpande vordering voortvloeit of reeds voor de verpanding aan hem is opgekomen en opeisbaar is geworden.
Verlaging van het RC-saldo door verrekening met de koopsom
5.15.
CC-Group stelt dat zij in april en mei 2020 heeft besloten om het rekening-courant saldo met 2Trust en Dari omlaag te brengen door verrekening met de resterende koopsom. Zij heeft op hiertoe vijf interne boekingen verricht uit hoofde waarvan de rekening-courant vordering werd verlaagd en de geactiveerde goodwill werd verhoogd:
  • op 1 april 2020 € 25.000 met de omschrijving “Volgens afspraak en e-mail vrijdag 29112019 deel 6”;
  • op 3 april 2020 €25.000 met de omschrijving “Volgens afspraak en e-mail vrijdag 29112019 deel 7”
  • op 7 mei 2020 € 50.000 met de omschrijving “INZ FACT VIA CCGROUP”
  • op 13 mei 2020 € 50.000 met de omschrijving “INZ FACT VIA CCGROUP”
  • op 20 mei 2020 € 50.000 met de omschrijving “Volgens afspraak en e-mail 29112019 deel 8”.
5.16.
Op het rekening-courant overzicht (productie 5 bij de conclusie van antwoord en productie 22 bij de antwoordakte) blijkt vervolgens dat het rekening-courantsaldo met deze bedragen is verlaagd onder vermelding van “Betaald voor overname aan holding” waarbij met holding wordt bedoeld “alle bedrijven van [naam 1]”. Blijkens het overzicht sluit de rekening-courant op 9 maart 2021 uiteindelijk op een saldo van € 619.666,80.
5.17.
Alfa stelt dat deze interne boekingen haar niet regarderen omdat niet duidelijk is aan wie is betaald c.q. met wie is verrekend.
5.18.
Nu 2Trust en Dari door het ondertekenen van de aandelenovereenkomst die GARR en CC-Group met elkaar hebben gesloten de RC-vordering van CC-Group ten bedrage van afgerond € 620.000 erkennen en deze vordering tussen hen dus vaststaat, ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van het overgelegde rekening-courantoverzicht en de hierin vermelde boekingen waaruit volgt dat door verrekening met de resterende koopsom het rekening-courant saldo van Dari en 2Trust met een bedrag van in totaal € 200.000 werd verlaagd. De resterende vordering op grond van de activaovereenkomst bedraagt na deze verrekening
€ 275.000.
Achterstallige pensioenverplichtingen
5.19.
CC-Group stelt dat er bij Dari en 2Trust, in strijd met de in artikel 6.2 van de activaovereenkomst opgenomen garanties, een achterstand in de afdracht van pensioenpremies voor werknemers bestond. Over de jaren 2013 en 2014 bleek een bedrag van € 126.000 verschuldigd welk bedrag door CC-Group is voldaan. Daarnaast heeft CC-Group na de overname van de activa bedragen aan Dari en 2Trust betaald ter vergoeding van premiebetalingen van werknemers van Dari en 2Trust aan pensioenverzekeraar Aegon. Later bleek dat Dari en 2Trust deze bedragen niet hebben aangewend om de pensioenpremie te betalen, waardoor CC-Group in 2021 alsnog de betreffende pensioenpremies heeft moeten betalen aan Aegon. Uit productie 24 bij antwoordakte van CC-Group blijkt dat dit om een bedrag van € 48.512,36 ten behoeve van 2Trust en een bedrag van € 32.504,55 ten behoeve van Dari gaat. In de processtukken maakt CC-Group ter onderbouwing van haarverweer slechts beroep op verrekening van een bedrag van € 59.080,42. Dat deze bedragen ook daadwerkelijk aan Aegon zijn betaald volgt uit de overgelegde betalingsbewijzen van 30 juni 2021. CC-Group meent dat zij deze betalingen mag verrekeningen in weerwil van het pandrecht van Alfa omdat de vergoedingsplicht van Dari en 2Trust rechtstreeks voortvloeit uit artikel 6.2. van de activaovereenkomst.
5.20.
Alfa stelt dat het bewijs dat CC-Group de pensioenverplichtingen heeft voldaan ontbreekt. Verder stelt zij dat het recht van CC-Group om te claimen in artikel 6.4 van de activaovereenkomst wordt beperkt in het geval de feiten en/of omstandigheden die aan de claim ten grondslag liggen, reeds naar voren zijn gekomen in het uitgevoerde due dilligence onderzoek. Volgens Alfa heeft de advocaat van Dari en 2Trust desgevraagd telefonisch meegedeeld dat CC-Group voor het aangaan van de activaovereenkomst reeds op de hoogte was van de achterstallige pensioenverplichtingen, maar dat zij ervoor gekozen heeft om deze zelf te voldoen.
5.21.
De rechtbank stelt vast dat uit artikel 8.2 van de aandelenovereenkomst volgt dat de pensioenvordering over de jaren 2013 en 2014 ten bedrage van € 126.000 vaststaat tussen CC-Group enerzijds en Dari en 2Trust anderzijds en dat is afgesproken dat CC-Group deze schuld zal voldoen en daarmee een vordering krijgt op Dari en 2Trust. Uit deze afspraak blijkt genoegzaam dat deze achterstallige pensioenverplichting niet eerder – bijvoorbeeld omdat deze naar voren is gekomen in het due dilligence onderzoek – bij CC-Group bekend was. Dat volgt bovendien juist ook niet uit artikel 6.2 onder h van de activaovereenkomst, waarin is opgenomen dat ter zake van de pensioenverplichtingen geen (latente) schulden terzake van premie bestaan. Hiermee kan de verrekening van deze vordering met de resterende koopsom uit hoofde van de activaovereenkomst aan Alfa worden tegengeworpen.
5.22.
Voor wat betreft de dubbel door CC-Group betaalde pensioenpremie stelt de rechtbank vast dat CC-Group op 30 juni 2021 in totaal een bedrag van € 81.016,91 aan achterstallige pensioenpremie aan Aegon heeft gedaan. Nu Alfa niet heeft weersproken dat CC-Group reeds in een eerder stadium bedragen aan Dari en 2Trust heeft voldaan ter betaling van deze pensioenpremies (die zien op de periode na overdracht van de activa aan CC-Group), mag CC-Group de vordering van € 59.080,42 die zij in verband hiermee op Dari en 2Trust stelt te hebben, ook verrekenen met de resterende koopsom op grond de activaovereenkomst. Er resteert dan nog een onder het pandrecht vallende vordering uit hoofde van de koopsom van (€ 275.000 - € 126.000 - € 59.080,42 =)
€ 89.919,58.
De NOW-vordering
5.23.
CC-Group heeft verder naar voren gebracht dat Dari en 2Trust op basis van een werknemerslijst van werknemers die grotendeels waren overgegaan naar CC-Group overheidssteun hebben aangevraagd en verkregen op basis van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) tot een bedrag van € 237.185. Hiervan hebben Dari en 2Trust reeds een bedrag van € 94.000 afgedragen aan CC-Group, maar het restant van € 143.185 nog niet. CC-Group meent zij deze vordering mag verrekenen met de resterende koopsom die zij op basis van de activaovereenkomst aan 2Trust en Dari verschuldigd is.
5.24.
Alfa betwist de NOW-vordering op zichzelf niet, maar meent dat deze vordering niet kan worden teruggevoerd op de activaovereenkomst. Volgens Alfa betreft het een vermeend (onrechtmatig) handelen door Dari en 2Trust na de overname. Deze vordering vloeit daarmee niet voort uit dezelfde rechtsverhouding als de verpande vordering, aldus Alfa. Volgens CC-Group vloeit deze vordering wel degelijk voort uit dezelfde rechtsverhouding. Er is geen andere rechtsverhouding tussen CC-Group enerzijds en Dari en 2Trust anderzijds. Zij hebben tot aan de activaovereenkomst niet eerder zaken met elkaar gedaan en hebben nadien ook geen andere zaken met elkaar gedaan tot aan de aandelenovereenkomst. Juist vanwege de overdracht van de onderneming, hadden Dari en 2Trust de overheidssteun bedoeld voor die overgedragen onderneming moeten afdragen aan CC-Group die de onderneming had overgenomen en die de gevolgen van de Coronapandemie heeft moeten ondervinden. Dit nalaten kwalificeert volgens CC-Group ook als wanprestatie en daarmee vloeit de vordering voort uit dezelfde rechtsverhouding en kan de verrekening met de koopsom voor de activa ook aan Alfa worden tegengeworpen.
5.25.
De rechtbank volgt CC-Group hierin. Hierbij stelt zij voorop dat de vraag of tussen een schuld en vordering van degene die zich op verrekening beroept een zodanige samenhang bestaat dat gezegd kan worden dat zij uit dezelfde rechtsverhouding voortvloeien moet worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
In dit geval staat vast dat Dari en 2Trust overheidssteun hebben aangevraagd en gekregen voor een onderneming en de continuering van de salarisbetaling aan werknemers die voor die onderneming werkzaam zijn die zij met de activaovereenkomst reeds hadden overgedragen aan CC-Group. Juist vanwege de overdracht van de onderneming en werknemers hadden de ontvangen gelden moeten worden afgedragen aan de partij die de onderneming heeft overgenomen, dit geval CC-Group. Dit heeft voor wat betreft het grootste gedeelte van de ontvangen NOW-vordering nog niet plaatsgevonden. De NOW-vordering van CC-Group die in dit verband is ontstaan hangt daarmee zo nauw samen met de activaovereenkomst dat gezegd kan worden dat deze voortvloeit uit dezelfde rechtsverhouding als de verpande vordering tot betaling van de koopsom voor de activa. Deze NOW-vordering van € 143.185 mag daarom worden verrekend met de resterende koopsom, waardoor de resterende vordering op grond van de activaovereenkomst nihil bedraagt.
5.26.
Nu uit het voorgaande volgt dat CC-Group zich met succes jegens Alfa op verrekening kan beroepen en de verpande vordering daardoor volledig is tenietgegaan, zal de vordering van Alfa tot betaling daarvan worden afgewezen.
De restitutie-vordering
5.27.
De rechtbank merkt op dat CC-Group nog heeft gewezen op een restitutie-vordering op basis van artikel 6.5 van de activa-overeenkomst. Nu de rechtbank reeds tot de conclusie gekomen is dat de verpande vordering op grond van de activaovereenkomst nihil bedraagt, kan verder in het midden blijven of CC-Group deze restitutievordering en mogelijk nog andere posten in verrekening mag brengen.
Proceskosten
5.28.
Alfa zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van CC-Group worden begroot op € 4.131,-- aan griffierecht en € 8.035,-- aan salaris advocaat (2,5 punten x tarief VII €3.214), in totaal een bedrag van € 12.166,--. De door CC-Group gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de in de beslissing vermelde wijze.
5.29.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op (vgl. Zie HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, rov. 3.5; HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:335, rov. 3.2). Deze rechtspraak moet zo worden begrepen dat een veroordeling tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente daarover een veroordeling tot betaling van de nakosten en de wettelijke rente daarover omvat. Daarbij geldt dat de wettelijke rente over de nakosten die zijn verbonden aan de in voorkomend geval noodzakelijke betekening van de uitspraak is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. Voor afzonderlijke vermelding van de nakosten en de wettelijke rente daarover in de proceskostenveroordeling bestaat dan ook geen aanleiding.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
wijst de vorderingen van Alfa jegens CC-Group af;
6.2.
veroordeelt Alfa tot betaling van de proceskosten van CC-Group, tot op heden begroot op in totaal € 12.166,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag te rekenen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling van de proceskosten;
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling onder 6.2 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C. Hartendorp en in het openbaar uitgesproken op
18 januari 2023.