Op 6 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag een herstelvonnis gewezen in een kort geding tussen de vennootschap naar vreemd recht Polmos Zyrardów SP. ZO. O., eiseres, en Top Logistics B.V., gedaagde. De zaak betreft een verzoek tot verbetering van een eerder vonnis dat op 29 maart 2023 was gewezen. Top Logistics verzocht om een aanpassing van rechtsoverweging 3.3, waarin werd gesteld dat zij verweer voerde en concludeerde tot afwijzing van de vorderingen van Polmos. Tevens werd verzocht om een zin in rechtsoverweging 4.3 te verwijderen, die volgens Top Logistics onjuist was. Polmos, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.W. Mulder, gaf aan zich te refereren aan het oordeel van de voorzieningenrechter met betrekking tot de verbetering van rechtsoverweging 3.3, maar betwistte dat er een fout was in rechtsoverweging 4.3.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout in rechtsoverweging 3.3, die eenvoudig kon worden hersteld. De verbetering werd toegewezen, waarbij de tekst werd aangepast om de gedeeltelijke afwijzing van de vorderingen van Polmos correct weer te geven. De verzochte wijziging van rechtsoverweging 4.3 werd echter afgewezen, omdat deze niet kon worden aangemerkt als een kennelijke schrijffout of andere kennelijke fout in de zin van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
In de beslissing werd bepaald dat de verbetering van rechtsoverweging 3.3 op de minuut van het vonnis van 29 maart 2023 zou worden vermeld, en dat partijen de ontvangen grosse of afschrift van het eerdere vonnis moesten retourneren aan de griffie. Het verzoek tot wijziging van het vonnis voor het overige werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. F.M. Bus in het openbaar op 6 april 2023.