ECLI:NL:RBDHA:2023:4788
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 11 januari 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 14 april 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag van eiser eindigde op 14 oktober 2022. Echter, met de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 op 27 september 2022, werd deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 14 juli 2023 ligt. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 sprake was van een situatie die de verlenging rechtvaardigde. Hierdoor was de ingebrekestelling van 21 december 2022, die door eiser was ingediend, te vroeg, aangezien de beslistermijn nog niet was verstreken. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.