ECLI:NL:RBDHA:2023:436
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verhuurderheffing 2020; Beroep ongegrond; Gelijkheidseisen bij mede-eigendom versus vol eigendom
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 10 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de verhuurderheffing voor het jaar 2020. Eiseres, die verhuurderheffing had voldaan, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van de Belastingdienst en beroep ingesteld. De rechtbank Gelderland droeg de zaak over aan de rechtbank Den Haag. Eiseres stelde dat de reparatiewetgeving, die in 2020 werd ingevoerd, terugwerkende kracht had en dat dit in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, omdat mede-eigenaren ongelijk behandeld werden ten opzichte van volle eigenaren. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van gelijke gevallen, omdat mede-eigenaren en volle eigenaren niet tot dezelfde groep behoren. De rechtbank volgde eiseres niet in haar stelling dat er een schending van het gelijkheidsbeginsel was, en verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank concludeerde dat de reparatiewetgeving niet van toepassing was op de situatie van eiseres, en dat de ongelijkheid die door het arrest van de Hoge Raad was ontstaan, niet door de wetgever was veroorzaakt. De rechtbank wees het verzoek van eiseres om prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen af, en verklaarde het beroep ongegrond zonder proceskostenveroordeling.