Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 februari 2023 in de zaken tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, verweerder
Procesverloop
(€ 49,45) en bijzondere bijstand in de kosten van een waarborgsom afgewezen.
Overwegingen
.Verweerder heeft bij primair besluit 2, gehandhaafd bij bestreden besluit II, bijzondere bijstand voor opknapkosten toegekend ter hoogte van € 223,-. Verweerder baseert zich op artikel 4, eerste lid, van het gemeentelijk beleid [1] en de daarbij behorende Normenlijst 1 juli 2020. De kosten van verf en behang behoren tot de opknapkosten en eiser heeft zijn stelling dat deze kosten € 625,- bedragen niet aangetoond.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 21 april 2021, voor zover het betreft de verlening van een bedrag van € 3.137,- aan bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en stoffering;
- herroept het besluit van 30 december 2020;
- bepaalt dat een bedrag van € 1.260,- als bijzondere bijstand in de kosten van stoffering om niet wordt verleend;
- bepaalt dat een bedrag van € 1.877,- als bijzondere bijstand in de kosten van duurzame gebruiksgoederen wordt verleend in de vorm van een renteloze lening waarop gedurende het minnelijk schuldhulpverleningstraject niet hoeft te worden afgelost en die wordt omgezet in een gift als eiser het minnelijk traject geheel en succesvol doorloopt en de zogenaamde ‘schone lei’ krijgt;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het besluit van 21 april 2021;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van eiser betaalt tot een bedrag van € 49,-;
- veroordeelt verweerder tot betaling van €2.868,- aan proceskosten aan eiser.