ECLI:NL:RBDHA:2023:374
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen intrekking onterecht toegekende bestuurlijke dwangsom in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 januari 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de intrekking van een bestuurlijke dwangsom die eerder aan de eiser was toegekend. De eiser had op 14 oktober 2021 een asielaanvraag ingediend, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingewilligd, met een bijbehorende bestuurlijke dwangsom van € 230,-. Echter, op 27 oktober 2021 werd een aanvullend besluit genomen waarin werd gesteld dat de dwangsom ten onrechte was toegekend. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft overwogen dat het niet nodig was om partijen uit te nodigen voor een zitting, aangezien dit niet vereist was volgens de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND van toepassing was, waardoor het mogelijk was om beroep in te stellen tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag, maar dat dit niet leidde tot het verbeuren of opleggen van dwangsommen.
Eiser voerde aan dat verweerder niet kon terugkomen op de eerder toegekende dwangsom, omdat dit in strijd zou zijn met het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. De rechtbank oordeelde echter dat eiser redelijkerwijs had kunnen begrijpen dat de dwangsom abusievelijk was toegekend en dat verweerder bevoegd was om deze fout te herstellen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.