Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiseres 1], V-nummer: [v-nummer 1], eiseres 1
eiseres 2
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de afwijzing van mvv-aanvragen van twee halfzussen, eiseressen, die bij hun vader, J. Hussein, wilden verblijven. De aanvragen werden afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat eiseressen niet konden aantonen dat zij feitelijk tot het gezin van de referent behoren en er geen sprake zou zijn van gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 7 maart 2023, waarbij de referent en de gemachtigde van eiseressen aanwezig waren. Eiseressen, geboren in 2003 en 2004, stelden dat zij hechte persoonlijke banden met hun vader hebben, maar de rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat deze banden niet voldoende waren aangetoond. De referent had voor de geboorte van eiseressen al in Nederland gewoond en had geen bewijs geleverd van een langdurige relatie met hen. De rechtbank volgde de staatssecretaris in de belangenafweging en concludeerde dat de afwijzing van de aanvragen terecht was. De beroepen van eiseressen werden ongegrond verklaard, en de rechtbank oordeelde dat er geen proceskosten vergoed hoefden te worden.