ECLI:NL:RBDHA:2023:3653
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht aan Italië onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld en overwogen dat Italië in beginsel verantwoordelijk is voor de asielaanvraag, en dat de eiser niet heeft aangetoond dat er sprake is van een situatie die het interstatelijk vertrouwensbeginsel zou ondermijnen. Eiser voerde aan dat er een tijdelijk feitelijk overdrachtsbeletsel was, maar de rechtbank oordeelde dat de verzoeken van Italië om opschorting van overdrachten niet wezenlijk afdoen aan de verantwoordelijkheden onder de Dublinverordening. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om af te wijken van de overdracht aan Italië en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.