ECLI:NL:RBDHA:2023:3567
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm bij bijstandsuitkering en de gevolgen van samenwoning met familie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2023, wordt het beroep van eiser tegen de toekenning van zijn bijstandsuitkering beoordeeld. Eiser, die bij zijn broer en diens vrouw woont, is het niet eens met de toepassing van de kostendelersnorm door het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Het college had de bijstandsuitkering van eiser toegekend met toepassing van de kostendelersnorm, wat inhoudt dat de bijstandsuitkering wordt verlaagd wanneer iemand samenwoont met een kostendelende medebewoner. Eiser betoogt dat er sprake is van een commerciële huurprijs en dat hij noodgedwongen bij zijn broer woont om dakloosheid te voorkomen.
De rechtbank oordeelt dat het college terecht de kostendelersnorm heeft toegepast. De rechtbank stelt vast dat eiser bij zijn broer en diens vrouw woont, en dat de vraag of er sprake is van een commerciële huurprijs niet relevant is, aangezien zakelijke relaties tussen bloed- en aanverwanten niet zijn uitgezonderd van de kostendelersnorm. De rechtbank wijst erop dat de redenen waarom eiser bij zijn broer woont, niet van invloed zijn op de toepassing van de kostendelersnorm. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat het college de kostendelersnorm terecht heeft toegepast en dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep ter ondersteuning van haar oordeel.