Op 4 januari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen Davines S.p.A., Davines Nederland B.V. en Comfort Zone Nederland B.V. als eiseressen en Forallbeauty B.V. als gedaagde. De gedaagde partij is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De eiseressen hebben een vordering tot inzage ingediend op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met als doel aanvullend bewijs te verkrijgen ter onderbouwing van hun vordering tot schadevergoeding in een bodemprocedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseressen voldoende spoedeisend belang hebben bij hun vordering en dat de gevorderde inzage niet onrechtmatig of ongegrond is. De rechtbank heeft de vorderingen grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele beperkingen om executiegeschillen te voorkomen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 14.104,78, inclusief advocaatkosten, en de gedaagde is veroordeeld tot betaling van deze kosten, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagde niet voldoet aan het opgelegde bevel tot medewerking. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E.F. Brinkman.