Op 10 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een opvolgende asielaanvraag van eiser, die met onbekende bestemming is vertrokken. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Eiser had op 8 februari 2023 een besluit ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin zijn asielaanvraag als kennelijk ongegrond werd afgewezen en hem een inreisverbod voor twee jaar werd opgelegd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, maar is niet verschenen ter zitting. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven geen contact meer te hebben met hem. De rechtbank concludeert dat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien hij kennelijk geen prijs meer stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland. De rechtbank baseert deze conclusie op informatie van de Vreemdelingenpolitie en eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.