ECLI:NL:RBDHA:2023:2953
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitspraken over Dublinverordening en interstatelijk vertrouwensbeginsel in asielzaken
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 15 februari 2023, is de zaak behandeld van een eiser die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, had de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, waarbij zij het standpunt van de verweerder heeft gevolgd dat er nog steeds van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan ten aanzien van Italië. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie in Italië, hoewel er tekortkomingen zijn, niet zodanig is dat het vertrouwen in de behandeling van Dublinclaimanten in Italië niet meer gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft ook de argumenten van de eiser, waaronder de Circular Letter van 5 december 2022, verworpen, en geconcludeerd dat deze geen afbreuk doen aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en aangegeven dat er binnen een week hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.