ECLI:NL:RBDHA:2023:2700

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
7 maart 2023
Zaaknummer
NL23.5741
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van een maatregel van bewaring, opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring was op 2 december 2022 aan eiser opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek op 1 maart 2023 gesloten.

De rechtbank overweegt dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het moment van het sluiten van het eerdere onderzoek op 14 december 2022 rechtmatig was. De rechtbank heeft verweerder verzocht om inlichtingen over de voortgang van de uitzetting van eiser, waarop verweerder een voortgangsrapportage heeft overgelegd. Eiser heeft niet gereageerd op deze rapportage, wat de rechtbank meeneemt in haar oordeel.

De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om het voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig te achten. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, evenals het verzoek om schadevergoeding. De rechtbank ziet ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.5741

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. Y.M. Schrevelius),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Verweerder heeft op 2 december 2022 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft daarop niet gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek op 1 maart 2023 gesloten.

Overwegingen

1. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
2. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 19 december 2022 [1] volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, alleen ter beoordeling of sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek, 14 december 2022, de maatregel van bewaring rechtmatig is.
3. De rechtbank heeft verweerder verzocht om inlichtingen te geven over de voortgang van de voorbereiding van de uitzetting van eiser. Verweerder heeft de voortgangsrapportage op 24 februari 2023 overgelegd. Kort gezegd volgt hieruit dat op 8 december 2022 een aanvraag voor een laissez-passer is ingediend bij de autoriteiten van Tanzania en er sindsdien driemaal schriftelijk is gerappelleerd. Daarnaast is op 11 januari 2023 bericht ontvangen van de Tanzaniaanse autoriteiten met de eerste bevindingen en heeft verweerder op 6 februari 2023 de Tanzaniaanse vertegenwoordiging bezocht. Gebleken is dat de aanvraag nog in onderzoek is.
4. Bij bericht van 24 februari 2023 heeft de rechtbank aan eiser laten weten dat hij na ontvangst van de rapportage, hierop binnen 2 werkdagen kan reageren. De rechtbank stelt vast dat eiser niet heeft gereageerd op de voortgangsrapportage. In zoverre bestaat dan ook geen aanleiding het voortduren van de bewaring onrechtmatig te achten. In de door de verweerder verstrekte gegevens ziet de rechtbank evenmin aanleiding om, ambtshalve toetsend, te komen tot het oordeel dat aan de rechtmatigheidsvoorwaarden voor het voortduren van deze maatregel niet is voldaan. [2]
5. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

2.Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 november 2022 in de gevoegde zaken C-704/20 en C-39/21.