ECLI:NL:RBDHA:2023:2700
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van een maatregel van bewaring, opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring was op 2 december 2022 aan eiser opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek op 1 maart 2023 gesloten.
De rechtbank overweegt dat zij eerder de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat deze tot het moment van het sluiten van het eerdere onderzoek op 14 december 2022 rechtmatig was. De rechtbank heeft verweerder verzocht om inlichtingen over de voortgang van de uitzetting van eiser, waarop verweerder een voortgangsrapportage heeft overgelegd. Eiser heeft niet gereageerd op deze rapportage, wat de rechtbank meeneemt in haar oordeel.
De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om het voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig te achten. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, evenals het verzoek om schadevergoeding. De rechtbank ziet ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.