ECLI:NL:RBDHA:2023:22093
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanzegging van het COA betreffende beëindiging van opvang in het kader van asielaanvraag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de aanzegging van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) van 3 februari 2023, waarin werd meegedeeld dat de opvang van eiser per 6 maart 2023 zou worden beëindigd. Eiser had eerder, op 7 december 2021, een opvolgende asielaanvraag ingediend, die op 1 februari 2023 was afgewezen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de aanzegging van het COA, waarbij hij aanvoert dat de beëindiging van zijn opvang in strijd is met de Opvangrichtlijnen en dat dit zijn recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel frustreert.
De rechtbank heeft het beroep op 19 september 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank constateert dat het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag bij uitspraak van 3 juli 2023 ongegrond is verklaard en dat het hoger beroep nog aanhangig is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De rechtbank oordeelt dat de aanzegging van het COA geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de beëindiging van de opvang voortvloeit uit het afwijzende asielbesluit. De rechtbank is van mening dat de aanzegging niet gericht is op het tot stand brengen van enig rechtsgevolg, waardoor zij onbevoegd is om kennis te nemen van het beroep. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, rechter, en is openbaar uitgesproken op 20 oktober 2023.