ECLI:NL:RBDHA:2023:21482
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door niet-tijdige beslissing van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 juli 2023 uitspraak gedaan over het beroep van eiser, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die niet tijdig heeft beslist op de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser heeft zijn asielaanvraag ingediend op 18 november 2022, en volgens de nieuwe regelgeving, WBV 2022/22, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen met negen maanden verlengd. Dit betekent dat de Staatssecretaris uiterlijk op 18 februari 2024 op de aanvraag moet beslissen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aan de voorwaarden heeft voldaan voor het indienen van een beroep wegens niet-tijdig beslissen. Eiser had eerst een ingebrekestelling moeten indienen, maar deze was te vroeg ingediend op 24 mei 2023. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beslistermijn geldig was verlengd door de WBV 2022/22, en dat de situatie van eiser onder deze regeling valt. Hierdoor was het beroep van eiser niet-ontvankelijk.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf in aanwezigheid van griffier N. Khalloufi en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.