ECLI:NL:RBDHA:2023:21352
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Eritrese eiser wegens ongeloofwaardige identiteit en herkomst
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Eritrese eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft op 7 december 2023 de zaak behandeld, waarbij de eiser, zijn gemachtigde en de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren. De eiser heeft zijn asielaanvraag ingediend op 2 mei 2023, maar de staatssecretaris heeft deze afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de identiteit, nationaliteit en herkomst van de eiser niet geloofwaardig werden geacht. De rechtbank oordeelt dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn identiteit en geboortedatum aan te tonen, en dat de door hem overgelegde doopakte niet als identificerend document kan worden beschouwd. De rechtbank wijst erop dat de registratie van de geboortedatum in Italië, die afwijkt van de door de eiser opgegeven geboortedatum, niet kan worden genegeerd. De rechtbank concludeert dat de eiser niet in staat is geweest om zijn asielrelaas te onderbouwen met originele documenten en dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat de aanvraag ongegrond is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.