ECLI:NL:RBDHA:2023:21231
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 5 december 2023, wordt het beroep van eisers tegen het niet in behandeling nemen van hun aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen op basis van de Dublinverordening, waarbij Kroatië als verantwoordelijk land is aangewezen. Eisers, die de Russische nationaliteit hebben, stellen dat zij niet veilig naar Kroatië kunnen worden overgedragen vanwege de schendingen van mensenrechten en het risico op pushbacks. De rechtbank oordeelt dat eisers niet voldoende bewijs hebben geleverd dat Kroatië niet voldoet aan de verplichtingen uit het Unierecht en mensenrechtenverdragen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk ongegrond is en verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. De rechtbank wijst erop dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de Dublinverordening rechtvaardigen. De uitspraak benadrukt het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de verantwoordelijkheid van lidstaten om asielverzoeken in behandeling te nemen.