ECLI:NL:RBDHA:2023:21211
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 1 december 2023 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk volgens hem verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft op 19 december 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren, maar eiser zelf niet.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris in zijn algemeenheid mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Frankrijk. Eiser heeft niet aangetoond dat dit in zijn specifieke geval niet kan worden aangenomen. Hij heeft zijn ervaringen in Frankrijk niet onderbouwd en heeft geen asielverzoek in Frankrijk ingediend. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris geen aanleiding had om de asielaanvraag van eiser in behandeling te nemen, ook niet op basis van artikel 17 van de Dublinverordening, ondanks de lange duur van de procedure in Nederland en de zorgen van eiser over zijn verblijf in Frankrijk.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door rechter P.J.M. Mol en is openbaar gemaakt op 21 december 2023.