ECLI:NL:RBDHA:2023:21201
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 6 december 2023 niet in behandeling genomen, omdat volgens hem Kroatië verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank onderzoekt de argumenten van eiser en verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft. De rechtbank legt uit dat de Europese Unie gezamenlijke regelgeving heeft over het in behandeling nemen van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. Deze verordening stelt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling. Eiser voert aan dat er in Kroatië geen vertrouwen kan zijn in de behandeling van zijn aanvraag vanwege pushbacks en slechte opvangomstandigheden. De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris in het algemeen mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit in twijfel trekken. Eiser heeft niet aangetoond dat hij bij overdracht aan Kroatië een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met zijn mensenrechten. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling hoeft te worden genomen, en dat er geen aanleiding is voor het aanvragen van een BMA-advies met betrekking tot eisers medische toestand. De rechtbank wijst ook het subsidiaire verzoek van eiser om toewijzing van de voorlopige voorziening af, omdat de omstandigheden niet zodanig bijzonder zijn dat de staatssecretaris zijn asielaanvraag in behandeling had moeten nemen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.