ECLI:NL:RBDHA:2023:21155
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 1 december 2023 afgewezen, met het argument dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend, waarbij hij zijn slechte ervaringen in Bulgarije aanvoert, waaronder mishandeling en gebrekkige toegang tot rechtsbijstand.
De rechtbank heeft het beroep op 19 december 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris in zijn algemeenheid mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, wat inhoudt dat hij ervan uit mag gaan dat andere EU-lidstaten, zoals Bulgarije, de Europese regelgeving en grondrechten respecteren. Eiser heeft niet voldoende aangetoond dat hij bij terugkeer naar Bulgarije een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met de mensenrechten.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om de asielaanvraag aan zich te trekken op basis van de persoonlijke ervaringen van eiser. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de staatssecretaris in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol en is openbaar gemaakt op 22 december 2023.