In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, een Spaanse moeder en haar minderjarige zoon, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank behandelt de vraag of eisers rechtmatig verblijf hebben als gemeenschapsonderdanen in Nederland. De Staatssecretaris had eerder vastgesteld dat eisers geen rechtmatig verblijf hadden en een verwijderingsmaatregel opgelegd. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoeren dat eiseres in het verleden heeft gewerkt en dat zij nu weer werk heeft op basis van een 0-uren contract. De rechtbank oordeelt dat de door eiseres verrichte arbeid niet voldoet aan de vereisten van reële en daadwerkelijke arbeid, zoals bedoeld in artikel 8.12 van het Vreemdelingenbesluit 2000. De rechtbank concludeert dat eisers niet voldoen aan de voorwaarden voor rechtmatig verblijf en dat de belangenafweging in het kader van de verwijderingsmaatregel in het voordeel van de Nederlandse staat uitvalt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de verwijderingsmaatregel.