ECLI:NL:RBDHA:2023:2097
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige detentie en overdracht van asielzoeker naar Litouwen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Iraakse nationaliteit hebbende man, stelt slachtoffer te zijn van onrechtmatige detentie in Litouwen. De eiser had op 7 juli 2022 in Nederland een asielaanvraag ingediend, maar verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Litouwen verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 18 januari 2023, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank oordeelt dat de motivering van verweerder om de overdracht van de eiser naar Litouwen niet te beschouwen als onevenredige hardheid, niet deugdelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser onrechtmatig is gedetineerd in Litouwen onder zware omstandigheden, wat heeft geleid tot psychische klachten. De rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met deze combinatie van omstandigheden bij zijn beoordeling. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van de eiser, met inachtneming van de uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 1.674,-.