In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die sinds 1 april 2012 een Wajong-uitkering ontvangt, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser heeft verzocht om met behoud van zijn Wajong-uitkering naar Duitsland te mogen verhuizen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de door eiser aangevoerde redenen voor zijn verzoek niet als zwaarwegend kunnen worden aangemerkt. Eiser stelt dat hij afhankelijk is van zijn familie in Duitsland voor zijn verzorging en dat zijn verhuizing naar Duitsland een positief effect zou hebben op zijn sociale situatie. Echter, de rechtbank oordeelt dat de redenen die eiser aanvoert niet objectief en dwingend zijn, maar voornamelijk voortkomen uit een persoonlijke keuze. De huisarts heeft niet aangetoond dat er een noodzaak is voor eiser om naar Duitsland te verhuizen vanwege zijn mentale gezondheid. De rechtbank concludeert dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden om met behoud van zijn Wajong-uitkering buiten Nederland te wonen, en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.