Uitspraak
21 1933 WAJONG
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat tussen partijen niet in geschil is dat in het geval van appellante geen sprake is van een situatie zoals genoemd in artikel 2, aanhef en onder a tot en met c, van het Besluit Beleidsregels voortzetting
Wajong-uitkering buiten Nederland (Beleidsregels). Ter beoordeling ligt voor of in het geval van appellante sprake is van overige omstandigheden die een grondslag vormen voor toepassing van de hardheidsclausule. De rechtbank heeft benadrukt dat volgens de wetsgeschiedenis het exportverbod van de Wajong-uitkeringen het uitgangspunt is en dat de hardheidsclausule slechts zal worden toegepast indien sprake is van zwaarwegende redenen om buiten Nederland te gaan wonen. De rechtbank heeft, onder verwijzing naar vaste rechtspraak van de Raad (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 22 december 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:3238), overwogen dat de invulling die het Uwv in de Beleidsregels aan de toepassing van de hardheidsclausule heeft gegeven, niet onjuist of onredelijk is. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het Uwv in redelijkheid kunnen besluiten de hardheidsclausule niet toe te passen. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de verzekeringsartsen de beschikbare (medische) informatie op inzichtelijke wijze hebben betrokken in hun oordeelsvorming en hebben geconcludeerd dat appellante niet vanuit medisch oogpunt is aangewezen op een leven in Spanje . Appellante heeft een verklaring van haar fysiotherapeut overgelegd ter onderbouwing van haar standpunt dat zij minder klachten ervaart als zij in Spanje verblijft. De fysiotherapeut heeft verklaard dat hij een toename in de mobiliteit van appellante heeft gemerkt als zij terugkwam van haar vakantie in Spanje en dat hij zich als fysiotherapeut kan voorstellen dat een permanent verblijf in het Spaanse klimaat een substantiële verbetering betekent voor de kwaliteit van leven. Naar het oordeel van de rechtbank kan aan deze verklaring niet het gewicht worden toegekend dat appellante daaraan toegekend wenst te zien, nu een fysiotherapeut geen arts is en zijn verklaring niet wordt onderbouwd door aanvullende medische informatie. De ervaringen van appellante en haar standpunt dat deze omstandigheden in Spanje zullen leiden tot een betere kwaliteit van leven, bieden onvoldoende grondslag voor toepassing van de hardheidsclausule nu de medische onderbouwing hiervoor ontbreekt. De wetgever heeft bewust gekozen voor een exportverbod bij een Wajong-uitkering, waarvan slechts bij uitzondering kan worden afgeweken. De rechtbank heeft de keuze van de wetgever te respecteren.
.Volgens appellante heeft het Uwv niet naar haar individuele situatie gekeken maar de aanvraag alleen afgewezen op de algemene grond dat export van de Wajong-uitkering in principe niet mogelijk is.
Wajong-uitkering. Er is geen aanleiding om in dit geval dit financiële nadeel als onevenredig te beoordelen. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het Uwv op goede gronden heeft geoordeeld dat er voor appellante geen zwaarwegende redenen zijn om in Spanje te gaan wonen en dat het haar eigen keuze is om naar Spanje te verhuizen, wetende dat de
Wajong-uitkering dan wordt beëindigd.
BESLISSING
L.R. Kokhuis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2023.