ECLI:NL:RBDHA:2023:20700
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 18 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 23 oktober 2023 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag. Eiser, die samen met zijn echtgenote via Frankrijk naar Nederland is gekomen, heeft op 1 juni 2023 een asielaanvraag ingediend. De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, maar de staatssecretaris niet. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris op basis van de Dublinverordening niet verplicht is om de asielaanvraag van eiser in behandeling te nemen, aangezien Frankrijk in beginsel verantwoordelijk is. Eiser heeft aangevoerd dat er tekortkomingen zijn in de asielprocedure en opvang in Frankrijk, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet heeft aangetoond dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer kan worden gehanteerd. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigt dat de staatssecretaris nog steeds van dit beginsel mag uitgaan.
Daarnaast heeft eiser betoogd dat er bijzondere individuele omstandigheden zijn die maken dat terugzending naar Frankrijk onevenredig hard zou zijn. De rechtbank oordeelt echter dat de omstandigheden die eiser heeft aangevoerd, zoals het ontbreken van familie in Frankrijk en zijn medische situatie, onvoldoende zijn om de staatssecretaris te verplichten om de aanvraag in Nederland te behandelen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.