ECLI:NL:RBDHA:2023:20308
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en voorlopige voorziening in het kader van Dublinverordening met betrekking tot Kroatië
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, geboren in Sierra Leone, heeft asielaanvragen ingediend in Griekenland en Kroatië, maar is uiteindelijk in Nederland terechtgekomen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft echter aangevoerd dat Griekenland verantwoordelijk is, omdat hij daar eerder een aanvraag heeft ingediend en hij in Kroatië geen asiel heeft aangevraagd. De rechtbank heeft de zaak op 22 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van verweerder aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde zich hebben afgemeld.
De rechtbank concludeert dat de ervaringen van eiser in Kroatië onvoldoende zijn betrokken in de beoordeling van de staatssecretaris. Eiser heeft verklaard slachtoffer te zijn van een pushback, wat betekent dat hij onrechtmatig en vaak met geweld is uitgezet. De rechtbank oordeelt dat het niet redelijk is om van eiser te verwachten dat hij hierover zou klagen bij de Kroatische autoriteiten. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond is verklaard.