ECLI:NL:RBDHA:2023:20096

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
NL23.1028
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar het verblijfsrecht van een eiseres in het bestuursrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 december 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende het verblijfsrecht van een eiseres. De eiseres had eerder een besluit ontvangen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin haar verblijfsrecht op grond van het Unierecht werd beëindigd en zij ongewenst werd verklaard. Dit primaire besluit werd op 15 september 2021 genomen. Eiseres heeft bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd op 5 april 2022 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft op 11 november 2022 dit besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen.

Op 6 december 2023 heeft verweerder een nieuw besluit genomen, waarin het bezwaar van eiseres wederom ongegrond werd verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 2 november 2023 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigden en een tolk aanwezig was. Na sluiting van het onderzoek in de zitting, heeft de rechtbank in de raadkamer geconcludeerd dat het onderzoek niet volledig was en heeft besloten het onderzoek te heropenen op basis van artikel 8:68 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming opgedragen om onderzoek te verrichten en daarvan schriftelijk verslag uit te brengen. De rechtbank heeft de verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over het beroep van eiseres. De beslissing is openbaar gemaakt en er staat nog geen hoger beroep open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.1028

beslissing tot heropening van de meervoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , eiseres,

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigden: mr. N. Vollebergh en mr. J.C. Sneep),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. A. Dijcks).

Procesverloop

Bij besluit van 15 september 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder het verblijfsrecht van eiseres op grond van het Unierecht beëindigd. Tevens heeft verweerder eiseres ongewenst verklaard.
Bij besluit van 5 april 2022 heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard. Dit besluit is bij uitspraak van 11 november 2022 vernietigd en is verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser. [1]
Bij besluit van 6 december 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder een nieuw besluit genomen en het bezwaar van eiseres wederom ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 2 november 2023 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigden. Als tolk is verschenen K. Kruk. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Het onderzoek is ter zitting gesloten. Na sluiting is de rechtbank in de raadkamer tot de conclusie gekomen dat het onderzoek in deze zaak niet volledig is geweest en heropend dient te worden met toepassing van artikel 8:68 van de Awb [2] . De rechtbank acht het noodzakelijk dat de Raad voor de Kinderbescherming onderzoek verricht en daarvan schriftelijk verslag uitbrengt.

Beslissing

De rechtbank:
 heropent het onderzoek;
 bepaalt dat de Raad voor de Kinderbescherming als deskundige zal worden opgedragen om onderzoek te verrichten en daarvan schriftelijk verslag uit te brengen;
 houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beslissing is gedaan door mr. W. Anker, voorzitter, en mr. B.F.Th. de Roos en mr. S.E. van de Merbel, leden, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De beslissing is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Tegen deze beslissing staat nog geen hoger beroep open. Tegen deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de (eventuele) einduitspraak in deze zaak.

Voetnoten

1.Rb Den Haag (zittingsplaats Middelburg) 11 november 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12158.
2.Algemene wet bestuursrecht.