In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. R.P. Duijn, heeft op 30 oktober 2023 een asielaanvraag ingediend, die op 22 november 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. K. Bruijn, niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 29 november 2023 behandeld, waarbij ook een tolk aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is, omdat eiser al internationale bescherming geniet in Cyprus. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en de noodzaak voor eiser om aan te tonen dat zijn status in Cyprus niet meer geldig is. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd dat hij in Cyprus in een situatie van materiële deprivatie zou verkeren. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiser een sterkere band heeft met Cyprus dan met Nederland, en dat het voor hem redelijk is om naar Cyprus terug te keren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bestreden besluit blijft in stand. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.