In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser had zijn auto geparkeerd in een gebied waar een maximale aanmeldduur van twee uur gold. De naheffingsaanslag van € 68,50 was opgelegd omdat eiser na het verstrijken van de aanmeldduur geen nieuwe aanmelding had gedaan. Eiser betoogde dat hij de parkeerbelasting voor de eerste 120 minuten had voldaan en dat er geen naheffingsaanslag kon worden opgelegd voor het parkeren na deze periode. Hij verwees naar een arrest van de Hoge Raad van 11 maart 2022 ter ondersteuning van zijn standpunt.
De rechtbank oordeelde echter dat de maximale aanmeldduur verschilt van de maximale parkeerduur. De Verordening parkeerregulering en parkeerbelasting Den Haag 2022 was aangepast en stelde dat na het verstrijken van de aanmeldduur opnieuw parkeerbelasting moest worden voldaan. De rechtbank concludeerde dat eiser, door dit niet te doen, in gebreke was gebleven en dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag. De rechtbank benadrukte de noodzaak om bij het indienen van hoger beroep een afschrift van de uitspraak mee te sturen en de juiste procedure te volgen.