ECLI:NL:RBDHA:2023:1959

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
NL23.408
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het bestuursrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, een Algerijnse nationaliteit hebbende persoon. Eiser had op 23 augustus 2022 een asielaanvraag ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit gebeurde op basis van het besluit van 4 januari 2023, waarin werd gesteld dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, aangezien eiser eerder op 26 april 2021 in Spanje een asielaanvraag had ingediend. De Spaanse autoriteiten hebben het verzoek om terugname op 29 september 2022 geaccepteerd.

Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij in Spanje geen eerlijke kans zal krijgen vanwege eerdere arrestaties en dat hij van toegevoegde waarde is voor Nederland. De rechtbank overweegt dat, hoewel eiser zijn bezwaren heeft geuit, het uitgangspunt is dat verweerder mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Spanje. Eiser is er niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat dit beginsel in zijn geval niet van toepassing is. De rechtbank wijst erop dat de Spaanse autoriteiten zich hebben bereid verklaard om de asielaanvraag van eiser in behandeling te nemen en dat eiser de mogelijkheid heeft om klachten in te dienen bij de Spaanse autoriteiten.

De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.408

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.W.B. van Twist),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Brock).

Procesverloop

Bij besluit van 4 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaak NL23.409, op 15 februari 2023 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Algerijnse nationaliteit te hebben. Op 23 augustus 2022 heeft eiser een asielaanvraag ingediend.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vw [1] . Uit onderzoek in Eurodac is gebleken dat eiser op 26 april 2021 in Spanje een asielaanvraag heeft ingediend. Verweerder heeft daarom de autoriteiten van Spanje verzocht om eiser terug te nemen op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Dublinverordening [2] . De Spaanse autoriteiten hebben dit verzoek op 29 september 2022 geaccepteerd.
3. Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit en voert daartoe aan dat hij in Spanje geen eerlijke kans zal krijgen, omdat hij daar is gearresteerd voor een of meer door hem gepleegde delicten. Hij is bovendien van toegevoegde waarde voor Nederland, omdat hij in staat en bereid is hier te werken.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Niet in geschil is dat Spanje in beginsel verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser.
5. Uitgangspunt is dat verweerder ten aanzien van Spanje van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan. Dit is recentelijk bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de uitspraken van 10 mei 2022 en 27 januari 2023. [3] Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dit ten aanzien van hem anders is. Eiser is hier niet in geslaagd.
6. Middels het claimakkoord hebben de Spaanse autoriteiten zich bereid verklaard de asielaanvraag van eiser in behandeling te nemen. De stelling dat hij geen eerlijke kans zal krijgen is gebaseerd op een niet nader onderbouwd vermoeden en maakt niet dat niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Bij voorkomende problemen kan eiser klagen bij de daartoe bestemde Spaanse autoriteiten. Niet is gebleken dat hij deze mogelijkheid niet heeft of dat klagen bij voorbaat zinloos is.
7. In de stelling dat eiser van toegevoegde waarde is voor Nederland heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien voor toepassing van artikel 17 van de Dublinverordening. Het betreft een discretionaire bevoegdheid. Volgens onderdeel C2/5 van Vreemdelingencirculaire 2000 maakt verweerder hier terughoudend gebruik van, en doet dit onder meer in situaties waarin overdracht zou getuigen van onevenredige hardheid. Uit de door eiser aangevoerde omstandigheden is echter niet van een dergelijke situatie gebleken.
8. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Verordening nr. (EU) 604/2013.