In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. G.J. Dijkman, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. L.M.F. Verhaegh, omdat er niet tijdig een besluit is genomen op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf 'nareis asiel'. De rechtbank heeft de zaak op 23 november 2023 behandeld. Eiseres heeft gesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door verweerder is overschreden en dat zij rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep terecht is ingediend en is gegrond verklaard. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen een bepaalde termijn alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Indien verweerder geen herstel verzuim biedt, moet dit binnen vier weken na verzending van de uitspraak gebeuren. Bij herstel verzuim en zonder nader onderzoek is de termijn acht weken. Indien nader onderzoek nodig is, kan de termijn oplopen tot zestien of twintig weken, afhankelijk van de omstandigheden. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 209,25, en het griffierecht van € 184,- moet ook worden vergoed.