Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling met de Marokkaanse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 30 oktober 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. V. Senczuk, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens een verzoek om schadevergoeding heeft ingediend. Tijdens de zitting op 20 november 2023 is eiser verschenen, bijgestaan door een tolk, en heeft de rechtbank de zaak behandeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende gronden heeft aangevoerd voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft betoogd dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko is, omdat de Marokkaanse autoriteiten nog geen laissez-passer hebben afgegeven, ondanks herhaalde verzoeken. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er wel degelijk zicht op uitzetting is, verwijzend naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris in de gelegenheid moet worden gesteld om het lopende traject bij de Marokkaanse autoriteiten af te wachten.
Daarnaast heeft eiser aangevoerd dat er lichter middelen beschikbaar zijn dan de maatregel van bewaring, omdat hij bij zijn moeder in Nederland wil verblijven. De rechtbank heeft dit argument verworpen, omdat er voldoende risico's zijn die de maatregel van bewaring rechtvaardigen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 23 november 2023.