ECLI:NL:RBDHA:2023:19135
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
Op 7 december 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die in beroep ging tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen. De staatssecretaris had dit besluit genomen op basis van de Dublinverordening, waarbij Bulgarije als verantwoordelijk land werd aangewezen voor de behandeling van de asielaanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 17 oktober 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als zijn gemachtigden, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser. Eiser voerde aan dat de staatssecretaris niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan, gezien de omstandigheden in Bulgarije. Hij verwees naar een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en naar rapporten van non-gouvernementele organisaties die wijzen op problemen met de opvangcapaciteit en de behandeling van Dublinclaimanten in Bulgarije.
De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de staatssecretaris zich terecht baseert op het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat de informatie die eiser aanvoert niet voldoende is om van dit beginsel af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de staatssecretaris om de aanvraag niet in behandeling te nemen in stand blijft. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.