In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvragen tot het verlenen van een verblijfsdocument op grond van artikel 20 van het VWEU beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen op 24 november 2022 en 16 januari 2023 afgewezen, en het bezwaar van eiser tegen deze afwijzingen is bij besluit van 13 april 2023 ongegrond verklaard. Eiser, geboren in 1975 met de Marokkaanse nationaliteit, heeft drie minderjarige kinderen die de Nederlandse nationaliteit bezitten. Hij heeft eerder een verblijfsvergunning gehad, maar deze is in 2014 ingetrokken, wat heeft geleid tot een inreisverbod van tien jaar. Eiser heeft herhaaldelijk aanvragen ingediend voor een verblijfsdocument, maar deze zijn steeds afgewezen.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat eiser geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden heeft aangedragen die zijn aanvragen zouden rechtvaardigen. De rechtbank legt uit dat de toetsingsmaatstaf die de staatssecretaris hanteert, namelijk dat de zorgtaken van eiser 'meer dan marginaal' moeten zijn, in lijn is met het arrest Chavez-Vilchez. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat hij daadwerkelijke zorg voor zijn kinderen heeft, en de rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvragen terecht heeft afgewezen. Eiser's beroep wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt geen vergoeding van proceskosten of griffierecht terug.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor vreemdelingen om bij herhaalde aanvragen nieuw gebleken feiten of omstandigheden aan te voeren, en bevestigt de strikte toepassing van de toetsingscriteria in het vreemdelingenrecht.