ECLI:NL:RBDHA:2023:19095
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht en vreemdelingenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring van de eiser beoordeeld. De maatregel is opgelegd op 7 september 2023 en eerder getoetst op 22 september 2023. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het vooronderzoek gesloten op 27 november 2023 en bepaald dat een zitting niet nodig was.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. De maatregel van bewaring is niet onrechtmatig. De rechtbank legt uit dat als de maatregel in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000 of niet gerechtvaardigd is, zij het beroep gegrond zou verklaren en de maatregel zou opheffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er zicht op uitzetting naar Marokko is, ondanks dat de Marokkaanse autoriteiten nog geen laissez-passer hebben afgegeven. De staatssecretaris heeft extra aandacht gevraagd voor de lopende zaken bij de Marokkaanse ambassade, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet voldoende is om te concluderen dat het zicht op uitzetting ontbreekt.
De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding af en concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.H.W. Bodt, rechter, in aanwezigheid van mr. N. El Amrani, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.