ECLI:NL:RBDHA:2023:19037
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Intrekking van verblijfsvergunning voor studie en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning met het verblijfsdoel 'studie'. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 8 december 2022 de vergunning van eiser ingetrokken, omdat hij niet langer ingeschreven was bij een erkende onderwijsinstelling. Eiser, die de Bengalese nationaliteit heeft en geboren is in 1994, was vanaf 1 september 2021 in het bezit van een verblijfsvergunning voor studie. De rechtbank heeft het beroep op 24 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de vergunning is ingetrokken, maar dat eiser niet in zijn verzoek kan worden gevolgd. Eiser heeft niet aangetoond dat hij zich opnieuw heeft ingeschreven bij een onderwijsinstelling, en de rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. De rechtbank wijst erop dat de intrekking van de vergunning in lijn is met de voorwaarden van de Studierichtlijn, die stelt dat een vergunning kan worden ingetrokken wanneer niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.