ECLI:NL:RBDHA:2023:1880
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit hebbende persoon, zijn asielaanvraag had ingediend op 29 mei 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank heeft de zaak op 9 februari 2023 behandeld.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris op basis van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw) de asielaanvraag niet in behandeling heeft genomen, omdat uit Eurodac-onderzoek bleek dat eiser op 29 april 2022 illegaal Italië is binnengekomen. Italië heeft het verzoek om overname op 9 september 2022 geaccepteerd. Eiser betwist echter dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Italië nog van toepassing is, verwijzend naar een circulaire van de Dublin-Unit Italië van 5 december 2022, waarin wordt gesteld dat overdrachten naar Italië tijdelijk zijn opgeschort vanwege tekortkomingen in de opvang.
De rechtbank concludeert dat, hoewel er onzekerheid bestaat over de opvangsituatie in Italië, dit niet betekent dat de staatssecretaris niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan uitgaan. Eiser heeft niet aangetoond dat de situatie in Italië zodanig is dat zijn asielaanvraag niet daar behandeld kan worden. De rechtbank wijst erop dat de Italiaanse autoriteiten op 7 februari 2023 hebben verzocht om de overdrachten op te schorten, maar dat dit een tijdelijke maatregel betreft. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris geen aanleiding had om artikel 17 van de Dublinverordening toe te passen, en dat het beroep van eiser ongegrond is verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.