ECLI:NL:RBDHA:2023:18645
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander Oekraïne
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 23 augustus 2023. Dit besluit mededeelt dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. Eiser heeft zijn zienswijze ingediend na het voornemen van verweerder om de tijdelijke bescherming te beëindigen, dat op 3 juli 2023 werd gecommuniceerd. De rechtbank heeft het beroep op 7 november 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft de beëindiging van de tijdelijke bescherming beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van eiser verzocht om aanhouding van de zaak totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak heeft gedaan in andere lopende hoger beroepsprocedures. De rechtbank heeft echter besloten de behandeling voort te zetten en geen reden gezien om de beslissing aan te houden. Eerder, op 30 oktober 2023, had de rechtbank al geoordeeld dat verweerder bevoegd was om de tijdelijke bescherming voor de groep van derdelanders te beëindigen.
De rechtbank concludeert dat het besluit van verweerder niet onzorgvuldig is voorbereid en dat er geen grond is voor het oordeel dat verweerder niet gebruik kon maken van zijn bevoegdheid om de tijdelijke bescherming te beëindigen. Eiser heeft een asielaanvraag ingediend, en de situatie in zijn land van herkomst zal in de asielprocedure worden beoordeeld. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, rechter, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier.