ECLI:NL:RBDHA:2023:18641
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander Oekraïne
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Algerijnse nationaliteit houder, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 23 augustus 2023. Dit besluit mededeelt dat de tijdelijke bescherming van eiser, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382, eindigt op 4 september 2023. Eiser heeft zijn zienswijze ingediend na het voornemen van verweerder om de tijdelijke bescherming te beëindigen, dat op 3 juli 2023 werd gecommuniceerd.
De rechtbank heeft op 7 november 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank heeft de beëindiging van de tijdelijke bescherming beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser heeft verzocht om aanhouding van de behandeling totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak heeft gedaan in andere lopende hoger beroepsprocedures, maar de rechtbank heeft besloten de behandeling voort te zetten.
De rechtbank oordeelt dat verweerder bevoegd was om de tijdelijke bescherming voor de groep, aangeduid als facultatieve groep, te beëindigen. Eiser heeft geen grond kunnen aanvoeren die zou leiden tot een ander oordeel. De rechtbank concludeert dat het besluit niet onzorgvuldig is voorbereid en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond.