ECLI:NL:RBDHA:2023:18640
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander Oekraïne
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Libanese nationaliteit houder, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 augustus 2023. Dit besluit houdt in dat de tijdelijke bescherming van eiser, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. Eiser had eerder zijn zienswijze ingediend na het voornemen van verweerder om de tijdelijke bescherming te beëindigen, dat op 3 juli 2023 werd gecommuniceerd. Op 1 september 2023 werd een verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, maar de rechtbank heeft op 7 november 2023 de behandeling van het beroep voortgezet.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat verweerder bevoegd was om de tijdelijke bescherming te beëindigen. Eiser had verzocht om aanhouding van de behandeling totdat de Raad van State uitspraak zou doen in andere lopende procedures, maar de rechtbank besloot de zitting voort te zetten. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om prejudiciële vragen te stellen en dat het besluit van verweerder niet onzorgvuldig was voorbereid. Eiser werd in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te geven, maar de rechtbank vond geen grond om te oordelen dat verweerder niet gebruik kon maken van zijn bevoegdheid.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen vier weken na bekendmaking van de uitspraak.