ECLI:NL:RBDHA:2023:18597
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor Algerijnse eiser in het bestuursrecht
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Algerijnse eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij aan de eiser is medegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming eindigt op 4 september 2023. Dit besluit is genomen na een voornemen dat op 3 juli 2023 is kenbaar gemaakt. Eiser heeft zijn zienswijze ingediend, maar het bestreden besluit is op 18 augustus 2023 genomen. Op dezelfde dag is ook de asielaanvraag van eiser buiten behandeling gesteld. Eiser heeft op 1 september 2023 een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, dat is toegewezen.
De rechtbank heeft het beroep op 13 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde niet. De rechtbank heeft de beëindiging van de tijdelijke bescherming beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. In een eerdere uitspraak van 30 oktober 2023 heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank geoordeeld dat de staatssecretaris bevoegd is om de tijdelijke bescherming voor de facultatieve groep, waaronder eiser valt, (tussentijds) te beëindigen. De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiser geen aanleiding geven om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.