Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af..
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verlengingsbesluit van de vreemdelingenbewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 26 april 2023 de maatregel van bewaring opgelegd, omdat er een risico bestond dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Op 18 oktober 2023 werd deze maatregel met maximaal twaalf maanden verlengd, wat de eiser betwistte. De rechtbank heeft de zaak op 30 oktober 2023 behandeld, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overwoog dat de gronden voor de bewaring nog steeds van toepassing waren. De eiser had niet aangetoond dat hij voldoende meewerkte aan zijn uitzetting naar Marokko, aangezien hij weigerde een vrijwilligersbrief te schrijven, wat noodzakelijk was voor de Marokkaanse autoriteiten om een laissez-passer af te geven. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat er nog steeds zicht op uitzetting was, ondanks de weigering van de eiser om de vrijwilligersbrief te schrijven. De rechtbank oordeelde dat de belangenafweging door de staatssecretaris correct was uitgevoerd en dat er geen sprake was van een motiveringsgebrek.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van medewerking van de eiser aan de uitzettingsprocedure en de rol van de staatssecretaris in het waarborgen van de openbare orde en veiligheid.