Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. R.P. Duijn, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 29 augustus 2023 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zitting, waar de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder, mr. J. Raaijmakers, en een tolk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser de gronden voor de bewaring niet heeft betwist en dat de motivering van de maatregel voldoende was. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris zijn inspanningsverplichting niet had geschonden, ondanks de lange periode van strafrechtelijke detentie van de eiser voorafgaand aan de inbewaringstelling. De rechtbank concludeerde dat er geen toestemming van het Openbaar Ministerie nodig was voor de overdracht naar Spanje, omdat er op het moment van inbewaringstelling geen lopende strafzaken meer waren. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 september 2023.