ECLI:NL:RBDHA:2023:1779

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
NL23.1151
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en verantwoordelijkheidsverdeling onder de Dublinverordening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Marokkaanse nationaliteit hebbende persoon, in beroep ging tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had de asielaanvraag van de eiser niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. De eiser had op 6 september 2022 een asielaanvraag ingediend in Nederland, maar Eurodac toonde aan dat hij op 10 december 2021 illegaal Spanje was binnengekomen. De Spaanse autoriteiten hadden op 3 oktober 2022 ingestemd met de overname van de eiser.

Tijdens de zitting op 9 februari 2023 voerde de eiser aan dat hij geen opvang zou krijgen bij terugkeer naar Spanje, en verwees hij naar een update van het AIDA-rapport van 2021. De rechtbank oordeelde echter dat, hoewel er tekortkomingen zijn in de opvangfaciliteiten in Spanje, de staatssecretaris terecht het interstatelijk vertrouwensbeginsel hanteerde. De rechtbank stelde vast dat het aan de eiser was om aan te tonen dat Spanje zijn verdragsverplichtingen niet nakomt, wat hij niet had kunnen doen. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de overdracht aan Spanje zouden belemmeren.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter K.M. de Jager en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.1151

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.C.A. Koen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Bij besluit van 13 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL23.1152, op 9 februari 2023 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Marokkaanse nationaliteit te bezitten. Hij heeft op 6 september 2022 een asielaanvraag in Nederland ingediend.
2. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vw. [1] Uit Eurodac is gebleken dat eiser op 10 december 2021 illegaal Spanje is ingereisd. Verweerder heeft daarom de autoriteiten van Spanje verzocht om eiser over te nemen op grond van artikel 13, eerste lid, van de Dublinverordening. [2] Op 3 oktober 2022 zijn de autoriteiten van Spanje hiermee akkoord gegaan.
3. Eiser voert in beroep aan dat ten aanzien van Spanje niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan, en stelt daartoe als volgt. Hij zal geen opvang krijgen bij terugkeer naar Spanje. Ter onderbouwing verwijst hij naar de update van het AIDA [3] -rapport van 2021. Eiser heeft immers zelf ervaren dat hij niet door de Spaanse overheid werd opgevangen, maar door het Rode Kruis.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Niet in geschil is dat Spanje in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser.
5. Als uitgangspunt geldt dat verweerder ten aanzien van Spanje nog steeds mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat dit land zijn verdragsverplichtingen nakomt. [4] Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dit in zijn geval niet zo is. Eiser is hier niet in geslaagd.
6. Uit het overgelegde rapport van AIDA blijkt weliswaar dat er tekortkomingen zijn met betrekking tot de opvangfaciliteiten en dat het voor Dublin-terugkeerders soms moeilijk was om hier toegang toe te krijgen. Gelet op het claimakkoord heeft verweerder echter terecht opgemerkt dat de Spaanse autoriteiten het asielverzoek van eiser met inachtneming van de Europese asielrichtlijnen in behandeling zullen nemen. Verder merkt verweerder terecht op dat eiser geen asielaanvraag heeft ingediend in Spanje en dus niet uit eigen ervaringen kan putten. Het is verder niet gebleken dat de omvang van de problemen zo groot is dat gesproken kan worden van ernstige en structurele tekortkomingen waardoor niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uitgegaan zou kunnen worden. Mocht eiser tijdens zijn asielprocedure in Spanje wel problemen ervaren met opvang dient hij hierover te klagen bij de Spaanse autoriteiten. Niet is gebleken dat deze eiser niet willen of kunnen helpen.
7. Verder heeft verweerder terecht geen aanleiding gezien om de asielaanvraag alsnog aan zich te trekken op grond van artikel 17 van de Dublinverordening. Niet is gebleken van dusdanige bijzondere omstandigheden die het maken dat de overdracht getuigt van onevenredige hardheid.
8. Het beroep is ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Verordening (EU) nr. 604/2013.
3.Asylum Information Database.
4.Uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 mei 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1394. Zie voorts ook uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Groningen, van 2 februari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:1010.