In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 oktober 2023, wordt het voortduren van de aan eiser opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 11 juli 2023 en is eerder getoetst in een uitspraak van 8 augustus 2023. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 12 oktober 2023 een vervolgkennisgeving ingediend, omdat het langer dan 75 dagen geleden was dat eiser beroep had ingesteld tegen het voortduren van de maatregel. De rechtbank heeft de zaak op 24 oktober 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank beschouwt de vervolgkennisgeving als een beroep van eiser tegen het voortduren van de maatregel van bewaring. De rechtbank toetst of het voortduren van de maatregel rechtmatig is, aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser betwist het zicht op uitzetting naar Nigeria, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet leidt tot onrechtmatigheid van de maatregel. De staatssecretaris heeft toegelicht dat eiser op 12 oktober 2023 niet is verschenen bij de presentatie bij de Nigeriaanse autoriteiten, wat door eiser niet is betwist.
De rechtbank concludeert dat er geen gronden zijn om te oordelen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel niet zijn voldaan. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de inbewaringstelling rechtmatig is en dat de staatssecretaris geen schadevergoeding hoeft te betalen. De uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Hampsink, en is openbaar gemaakt zonder mogelijkheid tot hoger beroep of verzet.