Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] ,
de minister van Buitenlandse Zaken,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een visum voor kort verblijf. De minister van Buitenlandse Zaken heeft deze aanvraag op 2 februari 2023 afgewezen, en het bezwaar van eiser is op 14 juli 2023 bevestigd. De rechtbank heeft het beroep op 19 oktober 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de minister aanwezig waren, evenals de referente van eiser.
Eiser heeft zijn aanvraag ingediend op 27 januari 2023, met bijlagen ter onderbouwing van zijn sociale en economische banden met Turkije. Na de afwijzing heeft hij bezwaar aangetekend, maar de minister heeft zonder hoorzitting beslist. De rechtbank oordeelt dat de minister ten onrechte van de hoorplicht is afgeweken. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die benadrukken dat het horen een essentieel onderdeel is van de bezwaarprocedure. De rechtbank concludeert dat er geen reden was om aan te nemen dat het bezwaar kennelijk ongegrond was.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om een nieuw besluit te nemen, waarbij een hoorzitting moet worden gehouden. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het griffierecht aan eiser. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en motivering in bestuursrechtelijke procedures, vooral als het gaat om de hoorplicht.