Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de meervoudige kamer
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
[naam01] ,geboren op [geboortedatum01] 2011 te [geboorteplaats01] ,
[naam02] ,geboren op [geboortedatum02] 2012 te [geboorteplaats01] ,
[naam03] ,geboren op [geboortedatum03] 2017 te [geboorteplaats02] ,
[naam04] ,geboren op [geboortedatum04] 2018 te [geboorteplaats02] ,
[naam05] ,geboren op [geboortedatum05] 2020 te [geboorteplaats03] ,
[naam06] ,
[naam07] ,
,
P.A. Smits en [naam11] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
Het procesverloop
5 februari 2023 in respectievelijk een gezinsgerichte voorziening ( [naam01] , [naam02] en [naam03] ) en een voorziening voor pleegzorg ( [naam04] ). Daarnaast is de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam05] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 5 februari 2023.
C/09/625711 / JE RK 22-399) is voor het overige aangehouden tot de zitting van de meervoudige kamer, gecombineerd met de behandeling van de verzoeken met zaaknummers
C/09/639465 / JE RK 22-2570en
C/09/639468 / JE RK 22-2572.
- voornoemde beschikking van 16 december 2022;
- het verzoekschrift (II) van de gecertificeerde instelling van 9 december 2022;
- het verzoekschrift (III) van de gecertificeerde instelling van 9 december 2022, met als bijlagen;
- de opvoedvisie van 8 december 2022;
- de zeven afzonderlijke NIFP-rapporten (Forensisch Psychologische Onderzoeken) betreffende de vader, de moeder, [naam01] , [naam02] , [naam03] , [naam04] en [naam05] (hierna: de NIFP-rapporten);
- het advies van de Raad voor de Kinderbescherming als bedoeld in artikel 1:265j, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek van 14 december 2022;
- het verweerschrift van de zijde van de ouders van 23 januari 2023.
- de ouders, bijgestaan door hun advocaat;
- M. de Wolf en [naam13] namens de gecertificeerde instelling.
Verzoeken en standpunten van de partijen
Verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing (1 en II)
5 februari 2024 en tot verlenging van de machtigingen tot uithuisplaatsing van de kinderen respectievelijk in een gezinsgerichte voorziening ( [naam01] en [naam02] ), een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder ( [naam03] ) en een voorziening voor pleegzorg ( [naam04] en [naam05] ) tot het einde van de ondertoezichtstelling. Voor de onderbouwing hiervan wordt verwezen naar hun standpunt ten aanzien van de opvoedvisie, dat hieronder wordt weergeven.
Beoordeling
[naam05]uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg van 5 februari 2023 tot
22 april 2023;
[naam01] , [naam02] , [naam03] en [naam04]van 5 februari 2023 tot 5 februari 2024 met behoud van de Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland als gecertificeerde instelling die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling;
[naam05]van 22 april 2023 tot 5 februari 2024 met behoud van de Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland als gecertificeerde instelling die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling;
[naam01] , [naam02] en [naam04]gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in respectievelijk een gezinsgerichte voorziening
( [naam01] en [naam02] )en een voorziening voor pleegzorg
( [naam04] )van 5 februari 2023 tot 5 februari 2024;
[naam03]uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder van 5 februari 2023 tot 5 februari 2024;
[naam05]gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg van 22 april 2023 tot 5 februari 2024;
mr. M.P. Meeuwisse, mr. S.M. Borkent en mr. J.J. Peters, tevens kinderrechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.T. Verlinde als griffier.