Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- de moeder bijgestaan door mr. J.J.C. Engels (waarnemend voor mr. Post);
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil over een perspectiefbesluit dat door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) was genomen. De moeder van de minderjarige [de minderjarige] verzocht de rechtbank om het perspectiefbesluit te heroverwegen, omdat zij van mening was dat dit besluit te vroeg en op onjuiste gronden was genomen. De rechtbank oordeelde dat een geschil over een perspectiefbesluit aan de kinderrechter kan worden voorgelegd op basis van artikel 1:262b BW, maar dat de moeder niet-ontvankelijk werd verklaard in haar verzoek omdat zij de termijn van drie maanden om het verzoek in te dienen had overschreden. De rechtbank benadrukte dat het perspectiefbesluit een interne beslissing van de GI is die bepalend is voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling en dat ouders de mogelijkheid moeten hebben om hiertegen tijdig op te komen. De rechtbank concludeerde echter dat de moeder meer dan zes maanden had gewacht met het indienen van haar verzoek, waardoor de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De rechtbank verklaarde de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek en gaf aan dat hoger beroep mogelijk is.