Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres op 12 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die zij op 4 januari 2022 had ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat eiseres op 4 januari 2022 al een asielaanvraag had ingediend in Nederland, maar dat zij op dat moment ook een verzoek had ingediend in een andere Dublin-lidstaat. Op 2 september 2022 heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) eiseres geïnformeerd dat zij alsnog wordt toegelaten tot de nationale procedure, waardoor Nederland verantwoordelijk werd voor de behandeling van haar asielaanvraag. De wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 2 maart 2023, maar de staatssecretaris heeft deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de beslistermijn pas op 2 december 2023 eindigt. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van 4 mei 2023 te vroeg is ingediend, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit op haar asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.