ECLI:NL:RBDHA:2023:16731
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om toepassing van artikel 64 Vw 2000 met betrekking tot medische zorg in Sri Lanka
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag van 1 maart 2023 om toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 23 mei 2023 afgewezen, en het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing is bij het bestreden besluit van 1 augustus 2023 gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep op 11 oktober 2023 behandeld, waarbij alleen de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, aangezien de gemachtigde van eiser zich had afgemeld.
De rechtbank overweegt dat eiser belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, ondanks het standpunt van de staatssecretaris dat eiser geen procesbelang heeft. De rechtbank stelt vast dat de echtgenote van eiser uitstel van vertrek heeft gekregen op grond van artikel 64 Vw 2000, omdat de noodzakelijke medische behandeling voor haar in Sri Lanka niet beschikbaar is. Dit betekent dat ook de uitzetting van eiser achterwege moet blijven. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag van eiser terecht heeft afgewezen, maar dat er een motiveringsgebrek is in het bestreden besluit met betrekking tot de beoordeling van het terugkeerbesluit.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Eiser heeft recht op proceskostenvergoeding, die is vastgesteld op € 837,-. De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 november 2023.